Teleurstelling over ‘voorlopig ontwerp’, 11 juni 2024

 

 

Beste buren,

Morgen, 12 juni, kunnen we het ‘voorlopig ontwerp’ voor de herinrichting bekijken. Dat ‘voorlopig’, hoewel formeel juist, is feitelijk een misleidend woord. De kans dat er nog iets substantieels aan het plan verandert is heel klein en dus zou iets als ‘op-wat-onbelangrijke-details-na-definitief’ een betere term zijn.

Natuurlijk is het mooi dat geprobeerd wordt de racebaan die de Westersingel nu te vaak is terug te brengen tot een 30 km straat. En dat de straat wat groener wordt. Maar hét hete hangijzer blijft in mijn ogen het parkeren.

Volgens mij willen heel veel bewoners dat parkeren in onze straten zo gauw mogelijk alleen voor vergunninghouders wordt.  En dan is het vervelend en teleurstellend dat de gemeentelijke projectgroep alleen maar doorverwijst naar de toekomstige discussies over het mobiliteitsbeleid.
Echt onbegrijpelijk is in mijn ogen de hardnekkige gemeentelijke keuze voor parkeren aan één kant van de straat. Alle auto’s moeten voor onze schepen blijven staan, zonder steekhoudende argumenten. Omdat ik het eigenlijk niet kon geloven heb ik het bij de projectgroep nog eens nagevraagd. Maar de gemeentelijke argumenten zijn toch echt:

Eenzijdig parkeren, zodat de (geparkeerde) auto het beeld niet overheerst, ‘rustiger’ om parkeren aan één zijde te houden.
Mag het beeld aan de waterkant dan wel overheerst worden door geparkeerde auto’s? Het beeld is volgens mij al een stuk rustiger als je langs een kant van de weg nog maar de helft van het huidige aantal geparkeerde auto’s ziet staan en dus meer groen. Aan één kant van de straat heb je wel een rustiger, autovrij beeld ja. Maar de ándere kant… Waarom moeten de scheepsbewoners met alle auto’s van de hele straat, de bedrijven daarachter en de bezoekers van de binnenstad opgescheept blijven zitten? Nu is de kans die pijn in ieder geval wat meer te verdelen zo lang die nog niet echt (vergunningparkeren) kan worden verminderd. Want als de straat eenmaal heringericht is blijft die verdeling vast nog een jaar of twintig gehandhaafd.

Eenzijdig parkeren biedt aan de andere zijde van de straat optimale ruimte voor de ondergrondse standplaats voor bomen (geen worteldruk)
Maar dat geldt toch net zo goed voor de bomen aan de waterkant? Die willen ook wel optimale ruimte en wat minder worteldruk.  Of hoeven die gewoon niet zo mooi te worden?

Parkeren op de kade als link naar de (historische) kade; plek voor laden, lossen
Ooit zei de projectgroep dat hun  uitgangspunt was ‘rust langs de gevels, reuring aan de kade’. Maar geparkeerde auto’s zijn toch geen reuring. En die geven al helemaal geen historisch beeld. Wel beperken ze de blik op het historische varend erfgoed.

Er is aan de woningzijde onvoldoende ruimte voor het aantal benodigde parkeerplaatsen.
Maar dat hoeft ook niet: het gaat om de helft van het aantal plaatsen en daar is ruimte genoeg voor.

Het lijkt me dat de keuze op veel praktischer argumenten moet zijn gebaseerd:

  • Veruit de meeste geparkeerde auto’s zijn van bewoners of bezoekers van de woningen en bedrijven, ook van bedrijven aan de Tesselschadestraat: de veiligheid is gebaat bij minder oversteken naar geparkeerde auto’s
  • Bomen aan beide kanten van de Westersingel verdienen goede plantvakken
  • Aan de ‘woningkant’ moet ruimte blijven voor klussers en bezorgers om te parkeren, anders dan in het groen of op het trottoir

En dan nog de situatie langs de kade.
De keitjes worden vervangen door groen, dat is mooi. Maar verder blijft het voor de schippers nog gissen wat de uitwerking zal worden. Wie gaat/gaan er nu de komende tijd serieus en in detail aan de voorzieningen op de kant werken? Naar de kwaliteit, naar de bruikbaarheid en naar de opstelling, bedoel ik dan. De schippers huren de ligplaatsen mét die voorzieningen van de gemeente. Het is niet zomaar straatmeubilair, ze betalen ervoor. In de ‘scheepsstrook’ van anderhalve meter, die er nu ook al is zouden volgens het verslag ook de scheepsvoorzieningen moeten zitten. Maar die strook is bedoeld voor afmeren en wegvaren: voor bolders en landvasten. Alleen daarvoor. De meerringen, struikeldingen en vreselijk onhandig bij afmeren en wegvaren, blijven. De schippers lijken geen palen of bolders te krijgen, zonder argument.
Er is nog steeds geen plan voor een fatsoenlijke, compacte vormgeving van alle ‘scheepsvoorzieningen’. Voor de broodnodige vervangers van de oude elektrapalen. Nu is alleen een vierkantje getekend voor, ja waarvoor? Dat is nog de vraag.

Alles bij elkaar hoor ik nogal wat teleurstelling bij gesprekken in de buurt. Ook over het planproces maar daar gaat het  nu even niet over. Ik zou de projectgroep vragen:

o   Haast te maken met invoeren van vergunningparkeren voor onze straten
o   De benodigde parkeervakken te verdelen over beide kanten van de Westersingel en aan beide kanten optimale boomvakken te realiseren
o   In overleg met de schippers een goede en bruikbare inrichting van de kadestrook te ontwikkelen.

Ik ben benieuwd.

Onderzoek kademuren

Het bedrijf Div-ing. De Boer heeft de afgelopen maanden in opdracht van de gemeente Leeuwarden de staat van de kademuren van de Westersingel onderzocht. In de technische administratie bij de gemeente is de hele kade verdeeld in zeven ‘secties’. De fundering van de kadeconstructie is bij elk van die secties gelijk, met houten palen. Zie de afbeeldingen hieronder. De oudste secties WA072, WA312 en WA074 zijn identiek en dateren uit 1916. Sectie WA073 is gebouwd in 1955, WA071 in 1963, WA070 in 2001 en WA170 in 2011.

De conclusie voor de verschillende secties was dat sectie WA072 (houten palen) van matige kwaliteit is en WA312 en WA074 redelijk. WA070 en WA073 zijn de stukken met basaltbekleding en die zijn beide goed. Bij WA071 speelt een niet ernstige maar ook nog niet goed verklaarbare aantasting van de palen. 
De algemene conclusie is dat ‘matige kwaliteit’ niet betekent dat er nu iets aan zou moeten gebeuren. Maar als er toch veel op de schop gaat, met name het vervangen van bomen, kan je beter de in de toekomst noodzakelijke verbeteringen nu meteen uitvoeren. Dat gaat dan per sectie, dat wil zeggen per stuk kade en neemt steeds een aantal weken tot maanden in beslag. De schepen moeten voor die periode dan worden verplaatst. Dat wordt allemaal nog uitgebreid met de schippers overlegd.
Zie verder bijgaande illustraties uit het rapport van Div-ing. De Boer. 

Beeld van de eerste werksessie over Westersingel en Pier Panderstraat

10 mei 2023


Algemeen en sfeer

Het eerste gesprek met de gemeente over onze straten verliep in een plezierige sfeer. In vier korte inleidingen (verkeersonderzoek, verkeersoplossingen, groen en planproces) schetsten de gemeentemensen de voorgeschiedenis. Ze maakten duidelijk wat de randvoorwaarden aan de kant van de gemeente zijn (bussen en belangrijke verkeersfunctie blijven) en wat de opgave is (groener, 30 km, van tuin tot en met kade). Ongeveer vijftien buurtbewoners waren aanwezig en zes gemeentemedewerkers. De gemeente maakt nog een verslag van de avond. Na de toelichtingen was de vraag aan de bewoners om aan drie tafels op een tekening hun wensen en ideeën aan te geven. Bij elke tafel was een gemeentemedewerker de ‘moderator’. Aan het einde van de avond meldde die de belangrijkste drie aanbevelingen van haar of zijn tafel. 

Verkeer
Duidelijk dat verkeersveiligheid en verkeersoverlast hoog scoort bij bewoners maar dat er tegelijkertijd grote twijfels zijn over de haalbaarheid/houdbaarheid van 30 km. Toen bijvoorbeeld klinkerbestrating voor de ‘autostrook’ van de straat werd gesuggereerd kwam meteen de reactie dat dat meer geluid oplevert. Daar is nog gemeentelijke overtuigingskracht nodig. Hopelijk levert een duidelijk groenere aankleding van de straat ook een wat andere sfeer kan op en leidt dat mogelijk tot een rustiger rijgedrag. Bij twee getoonde voorbeelden draaide het vooral om wat versmalling en verschillend materiaalgebruik voor de fietsstrook (asfalt) en de autostrook (klinkers). Hoe dan ook: in de vraag hoe bereik je die 30 km zit nog een flink probleem. 

Voor de veiligheid op de kruispunten werd de oplossingsrichting vooral gezocht in betere vormgeving en strategisch geplaatste vluchtheuvels en zebra’s. 

Parkeren

Volgens de gemeentelijke cijfers van het feitelijk gebruik zijn er teveel parkeerplaatsen zijn. Opheffen van dat teveel (voor groen) kan als je parkeren alleen toestaat voor vergunninghouders. Een breed gesteund idee. Aandachtspunt is dan wel het parkeren in de Fonteinstraat en de Molenweg: blauwe zone waar veel parkeerschijven worden doorgedraaid. Een detail kwam naar voren in het gesprek over de PPstraat: ook het personeel van de fietsenwinkel parkeert in de blauwe zone terwijl er drie particuliere ondergrondse parkeergarages op kruipafstand zijn. Daar zou toch in overleg iets op gevonden moeten kunnen worden? 

Vergroenen

Graag! Dat wil iedereen wel. Het vraagt vierkante meters sprokkelen. Die kan je natuurlijk halen uit een algehele versmalling van het wegprofiel, over de hele lengte geeft 50 cm smaller veel vierkante meters. De andere bron is het parkeren. De mededeling dat de bomen vervangen gaan worden zorgde wel voor een schok bij de bewoners. Die griezelen bij de gedachte aan een blote straat. Het worden sowieso weer iepen. Het effect van de voorgestelde grotere groenvakken moet nog goed (letterlijk) in beeld komen. 

Westkant

Het trottoir aan de westkant is breed en functioneert in de praktijk als ventweg voor klussers, bezorgers enz. Versmallen van dat trottoir levert ruimte voor groen op en daarmee een duidelijk betere kwaliteit aan die kant. Met nog steeds een goed bruikbare wandelroute. Als je ook parkeerplaatsen aan de westkant realiseert zijn ook de klussers en de pakjesbezorgers blij. Een paar ‘huisbewoners’ sputterden wel wat bij dat idee. 

Oostkant

De schippers hebben al eens aangegeven dat de kade slecht bruikbaar is. En uit jullie foto bleek weer hoe liefdeloos daar een aantal nutsvoorzieningen zijn neergekwakt. Aangevuld met het haardhout en de fietsen van de scheepsbewoners, die daar aan boord geen plek voor hebben. Het zal een uitdaging zijn om voor al deze noodzakelijke rommel een beter ogende oplossing te vinden. Misschien een goed ontwerp laten maken voor een bescheiden, laag bouwsel waarin fietsen, afvalbak, elektriciteitskast, waterput en misschien zelfs de brievenbus netjes is opgenomen? En dan een per twee schepen bijvoorbeeld, met een groen dak. Speelt eigenlijk op elke kade met schepen in Leeuwarden. Maar er zijn nogal wat eigenzinnige types onder de schippers. 

Op de ‘werksessie’ werd wel duidelijk dat het handig is om direct langs de kaderand een strook te hebben waarin de schepen kunnen worden afgemeerd zonder dat de landvasten struikeltouwtjes worden voor de wandelaars die de schepen in lopen te koekeloeren. Die wandelstrook ligt dan wat verder uit de kaderand, ergens tussen (huidige) parkeervakken en de te realiseren ’scheepsstrook’. In die zone kan best ook nog veel groen trouwens. Zo’n bruikbare wandelstrook heeft misschien als bij-effect dat-ie het oversteken van de straat door lunchwandelaars wat terug brengt. En in de scheepsstrook graag palen in plaats van ringen, dat manoeuvreert een stuk makkelijker bij afvaren en aanleggen.

Proces

Naast de productkwaliteit van een project is de proceskwaliteit minstens zo belangrijk. En daar heeft de gemeente, vind ik, woensdag een mooie stap in gezet. Voor zover ik het kan bekijken was iedereen tevreden over de aanpak, de sfeer en de bejegening. Voor de buurt is het sterk toegenomen contact tussen de bewoners, ook aan beide (nogal verschillende!) kanten van de straat, een mooi bij-effect. Complimenten dus.

De schepen

Ik denk dat alle bewoners zich wel realiseren dat de schepen een wezenlijke bijdrage aan de ruimtelijke en de cultuurhistorische kwaliteit van de Westersingel leveren. Probeer je maar eens de straat voor te stellen met een lege kade of met witte pensionadomotorboten er aan. Leeuwarden is in de schipperswereld beroemd om zijn ligplaatsenbeleid. Dat is in beleidskringen op het stadskantoor (ja, ik weet dat het nu gemeentehuis heet) nog wel eens onvoldoende bekend, want een verre uithoek in het eilandenrijk van de organisatie. 

Dat beleid kort samengevat: varend erfgoed in en aan de binnenstad, arken daarbuiten, ligplaatsvergunningen schepen persoonsgebonden (dus doorstroming), van arken objectgebonden. Stevig geformuleerd welstandsbeleid met veel aandacht voor historiciteit, Hûs en Hiem heeft een nautisch deskundige die alle aanvragen voor een ligplaats beoordeelt. Westersingel ligplaatsen zitten in de ‘zware’ categorie dus strenge eisen.

Ik miste in de eerste karakterisering door de stedenbouwkundige van de Westersingel de kwaliteit als ‘maritiem ensemble’, het geheel van schepen en omgeving met een maritieme geschiedenis. 
Voor het blad van de vereniging Heemschut heb ik de afgelopen tijd twee artikelen geschreven over varend erfgoed en ligplaatsen daarvoor (zie de links). 
Met, hoe kan het anders, ook wat aandacht voor de Westersingel.

 

12 mei 2023, fv

Beeld tweede werksessie met de gemeente

21 juni 2023

Negen bewoners waren komen opdraven, duidelijk minder dan de vorige keer. De bijeenkomst begon wat stroef met het per pagina bespreken van het pas twee dagen tevoren toegestuurde verslag van de eerste bijeenkomst. Dat leidde natuurlijk al meteen tot een veelheid aan vragen en opmerkingen. De gemeente stuurt het verslag van déze avond veel eerder rond zodat eventuele opmerkingen meteen kunnen worden verwerkt. Ook de uitkomsten van het onderzoek naar de staat van de kademuren wordt een dezer dagen toegestuurd.

De twee presentaties die daarna volgden, verkeer en ontwerp/groen, zijn te bekijken en/of te downloaden via deze link. Hoofdpunten in de verkeersaanpak: versmallen van het profiel, brede fietsstroken en het autogedeelte bestraat met klinkers, microrotondes op de kruisingen van Fonteinstraat en Molenstraat, minder parkeren (behalve in de PP straat), meer groen(vakken). Met die hoofdpunten kon iedereen, was mijn indruk, zich wel zo’n beetje verenigen. Zij het dat een aantal bewoners benauwd is voor meer lawaai en trillingen als de auto’s over een klinkerbestrating gaan rijden. De verkeerskundige bracht daar tegen in dat de verlaagde snelheid uiteindelijk minder lawaai en trillingen oplevert. Wordt nog verder uitgezocht.

De stedenbouwkundige keuzes leidden tot meer discussie. Die begon bij de verschillende uitgangspunten die de stedenbouwkundige formuleerde voor het ontwerp van beide kanten van de Westersingel: ‘rust langs de gevels’ voor de woningkant, ‘reuring op de kade’ voor de schepenkant. Dat zou moeten betekenen vergroenen aan de woningenkant, parkeren aan de schepenkant. Het waarom van deze keuze is onduidelijk: waarom niet één serie uitgangspunten voor beide kanten van de straat? ‘Rust langs de woningen’ bijvoorbeeld, op de schepen wordt ook gewoond tenslotte. Of ‘groen maritiem ensemble’ voor de hele straat.

  • Parkeren voor wie

Minder parkeerplaatsen en meer groen is natuurlijk mooi maar alleen als je als bewoner of bedrijf wel kunt blijven parkeren. Het pleidooi van zo ongeveer alle bewoners om alleen parkeren voor vergunninghouders toe te staan is wel overgekomen maar of dat ook daadwerkelijk te realiseren zal zijn en zo ja wanneer bleef in nevelen gehuld. Dat was wel jammer.

  • Waar parkeren

Die vraag leverde een amusante discussie op tussen de beide kanten van de straat. Het vergroenen aan de schepenkant blijft beperkt tot grotere plantvakken voor de bomen. Dit gaat mijn pet geheel te boven: waarom staan de auto’s van de overburen zoveel beter bij onze schepen voor de deur? Vanwege het ‘rustige beeld’ aan de overkant en de ‘reuring’ langs de kade? Ruimte zat aan de woningenkant. En geparkeerde auto’s zijn stilstaand blik en geen reuring.

  • Groen of keien

Om enigszins onduidelijke reden zit de wezenloze keienstrook langs de kade nog steeds in het ontwerp. Je kan daar niks mee: er groeit niks en je kan er ook niet lopen. Waarom niet daar ook groen? Een dubbele rij bomen aan de waterkant? Lijkt me heel mooi en er is ondergronds ruimte genoeg voor de wortels, zo verzekerde de stedenbouwkundige.

  • Wat met de scheepsmeuk

Hoewel er wel aan nieuwe electrapalen wordt gewerkt blijft het onduidelijk of we ook een wat beter ontworpen ‘scheepsstrook’ tegemoet kunnen zien: waarheen met brievenbus, electrapaal, waterput , vuilcontainer (gemeentelijke voorzieningen) en fiets(en)? De gemeentelijke lijkt op dit vlak  vooralsnog geen ambities te hebben En of er meerpalen komen in plaats van ringen bleef onduidelijk.

Gevoel na afloop/proces

Voor zo’n herinrichtingsplan is niet alleen de ‘productkwaliteit’ van belang maar ook die van het proces. Het viel me op dat een aantal bewoners een (veel) minder positief gevoel hadden dan na de eerste sessie. Het plan mag dan op hoofdlijnen redelijk zijn, de indruk was toch dat we ja of ja mogen zeggen. Deels een kwestie van presentatie maar aangeven waar wel en geen beïnvloedingsmogelijkheden zitten zou mooi zijn geweest. Daarnaast vraag ik me af wat we hier als schippers nu mee opschieten. Die 30 km is mooi en het vergroenen ook. Maar dat laatste gebeurt vooral aan de overkant en wij blijven met het parkeren zitten. Veroordeeld tot ‘reuring’, tja…

Vervolg

De gemeente gaat het plan nu uitwerken. In de gemeentelijke planning staat voor de komende periode “Samen uitwerken voorlopig ontwerp”. Samen, hoe gaat dat dan? Wat doen we samen de komende twee maanden? Wat betekent het voor de bovengenoemde discussiepunten? 
Bedoeling is in ieder geval het ‘voorlopige ontwerp’ (anders dan het woord suggereert is dat formeel niet maar in de praktijk wel flink definitief) op woensdag 13 september in een volgende werksessie te bespreken.

 

22 juni 2023, fv

Beeld gesprek kade-inrichting

20 juli 2023

Op uitnodiging van de Westersingel schippers zijn de leden van de gemeentelijke projectgroep aan boord met Jan Mast en mij komen praten over de ‘scheeps-aspecten’ van de komende herinrichting. Voor de gelegenheid schoof vanuit de gemeente ook Menno Meindertsma aan. Hij is vanuit het team Bedrijfsbureau Beheer betrokken bij het recente onderzoek met duikers naar de kwaliteit van de kademuren. De algemene conclusie van dat onderzoek is dat delen van de kade van matige kwaliteit zijn maar niet dusdanig dat er nu iets aan zou moeten gebeuren. Maar als er toch veel op de schop gaat (m.n. vervangen bomen) is het makkelijker en goedkoper om in de toekomst noodzakelijke verbeteringen nu meteen uit te voeren. En het scheelt later veel gedoe en overlast. Dat gaat dan per stuk kade en neemt steeds een aantal maanden in beslag. Zie voor meer details deze link

Verder hebben we de volgende onderwerpen besproken:

Uitgangspunten.

Helemaal eens met 30 km en vergroenen. Wat ons betreft graag minder auto’s (stilstaand en rijdend) en meer groen.

Belang schepen en scheepsuitstraling.

Daarover waren we het helemaal eens: de Westersingel zonder schepen zou onaangenaam bloot zijn, singel plus schepen plus groen leveren ook nog eens een prachtig beeld op vanuit de binnenstad. In het kader van de binnenstadsplannen (Agenda binnenstad, okt 2021 en Uitvoeringsprogramma) zou dat aspect meer aandacht mogen krijgen.

Kademuur of groen talud met steigers

Zou een groen talud zoals langs de Noordersingel, gecombineerd met steigers per schip zoals in de Museumhaven niet beter/goedkoper kunnen zijn? Is niet echt als serieus alternatief uitgezocht, technisch kan er veel, gemeente hecht wel aan behoud beeld met stenen kademuur. Waterbreedte opofferen stuit zeer waarschijnlijk op een veto van de waterbeheerder, de provincie.

Parkeren, waar en voor wie.

Binnen een paar maanden wordt het parkeerregime hier gelijkgetrokken met dat in de binnenstad. Dat betekent dat het dan tot 22.00 uur betaald parkeren is en dat zal al wat parkeerdruk van niet-bewoners wegnemen. Over parkeren uitsluitend voor vergunninghouders wordt waarschijnlijk pas beslist in het kader van de discussie over de Mobiliteitsvisie.

Voor parkeren zijn er nu al meer dan genoeg mogelijkheden: de garages in de stad en vooral het Catsplein. Gebruik van dat laatste zou meer gestimuleerd moeten worden (ook bekendheid en bereikbaarheid). Jan en ik hebben sterk gepleit voor gelijke verdeling van het (kleinere dan nu) aantal parkeerplaatsen over beide kanten van de weg. We zien geen reden om dat niet te doen, zeker niet als beide kanten van de weg stevig worden vergroend. Het gemeentelijk argument van ‘een rustiger beeld’ geldt, vinden wij, net zo goed voor parkeren alleen aan de westkant van de straat. 

Inrichting tussen weg- en kaderand.

We hebben sterk gepleit voor meer groen en minder verharding. Ook omdat groen beter is tegen de hitte in de stad. Dus de keitjes hoogstens toepassen voor de parkeervakken bijvoorbeeld (zie ook hierboven). Meer groen is voor de gemeente zeker bespreekbaar. De weg wordt smaller en dan biedt de grotere overblijvende maat tot aan de kade mogelijkheden voor een dubbele (verspringende) bomenrij en robuuster groen met daarin een bescheiden (schelpen?) wandelstrook. Zie onze schets hieronder. De ‘scheepsstrook’ direct langs de kade moet ons inziens naar 1,50 m. En graag palen in plaats van ringen: makkelijker afmeren en afvaren en minder struikelgevaar voor argeloze voorbijgangers.

De scheepsvoorzieningen.

Zou toch mooi zijn als er per twee schepen een net ontworpen, bescheiden bouwseltje kon komen voor alle gemeentelijke voorzieningen (kliko, waterput, elektra- en kabel aansluiting) en brievenbus, fietsen en eventueel wat hout. Oneerbiedig de scheepsmeuk. Niet hoger dan anderhalve meter, netjes afgewerkt en natuurlijk met een groen (lessenaars)dakje. Is op meer plaatsen in de stad toepasbaar.  Mooie uitdaging, al was het maar omdat de halve gemeente daar natuurlijk wat van gaat vinden. Maar al gauw mooier dan een auto.

Gevoel na afloop/vervolg.

Het was een prettig gesprek met luisterende oren. We vonden het mooi dat er ruim tijd beschikbaar bleek. Maar we hadden dan ook wel goede koffie, thee en koekjes. ‘De gemeente’ is een stuk wijzer geworden en gaat verder aan de slag. De volgende werksessie met de brede buurtwerkgroep is vooralsnog gepland voor woensdag 20 september. Vragen kunnen in de tussentijd naar projectleider Jan Buwalda

20 juli 2023, fv

Terugblik ( 20 september – door Frits)

Dit is ons laatste reisblog, we zijn nu precies een week terug. Maar nog elke nacht, steeds als ik even wakker word, vraag ik me af waar we ook al weer liggen. Terug in Leeuwarden, thuis dus.
Een wonderlijk begrip, ’thuis’, als je drie maanden met je huis op stap bent geweest. Maar aan de Westersingel zijn we toch een stuk thuizer dan, pak ‘m beet, aan de Oder. En ook wonderlijk: toen we aankwamen was dat in korte broek en t-shirt. En nu is het fláp, ineens herfst! Vandaag is de ijsbaan weer open, dat is heerlijk maar wel even flink schakelen.

Terugkijkend zijn we vooral heel blij met een prachtige en vrijwel probleemloze reis. Een waar we nog lang van gaan nagenieten. Onze oude dame heeft zich, op wat kleine dingetjes na, fantastisch gehouden. Ze was zelfs zo vriendelijk om te wachten met het laten ontploffen van de wc tot we weer in Leeuwarden lagen. Maar toen was het ook goed raak! Veel opruimen en schoon maken dus, met nog een lastige reparatie voor de boeg.

Gelukkig niet onderweg

Thecla is van de cijfers en de staatjes en dus weten we bijvoorbeeld dat we 96 dagen op reis zijn geweest. En dat we er daarvan 35 hebben gezeild, 26 gemotord en dat we 35 dagen ergens rust hebben genomen of verwaaid hebben gelegen. Bij die laatste horen trouwens 8 dagen Oerol. In die 61 vaardagen hebben we 358 uur gevaren, gemiddeld ongeveer 6 uur per dag. De kortste vaardag was een uurtje. De langste 11 uur. Nog meer cijfers? We hebben in 63 verschillende haven(tje)s gelegen, hebben 17 keer de nacht achter ons anker doorgebracht en vonden voor 15 overnachtingen een steiger of een loswal. Over de hele reis is er 1382 liter diesel doorheen gegaan, voor de dappere DAF en het aggregaat samen. Verder verbruikten we twee propaangasflessen van 10 liter elk. We hebben niet bijgehouden hoeveel water we hebben getankt, maar dat zal een kuub of 14 zijn geweest. En tot slot verbruikte het gland vier vetpatronen. 

Deze bijzondere reis werd mogelijk met en dankzij 26 opstappers, in leeftijd variërend van 0 tot 76. Die zijn we dus alle 26 heel, heel dankbaar: zonder opstappers kun je zo’n reis niet maken!

Het cijfer waar ik zelf het meest nieuwsgierig naar ben is dat van de mijlen: welke afstand hebben we nu eigenlijk afgelegd? Met veel gepuzzel, een serie kaarten en de passer zijn we uitgekomen op 1260 mijl. Zeemijlen dus hè, van 1,852 kilometer.

Pfoe, daar ben ik dan toch even stil van. Wát een reis!