Samen één doel (23-24 juni – door Dirk)

Donderdag 23 juni.

‘Hoe groot moet ik dat bord maken om te voorkomen dat jullie hier aanleggen?’ De havenmeester van Borkum wijst boos naar een enorm bord. Er stond geen marifoonnummer bij de havenmond en Frits hoopte dat de havenmeester op de steiger zou verschijnen als we rondjes draaien in de haven. Maar we meerden af op ‘verboden gebied’. Frits reageert allervriendelijkst. De havenmeester kalmeert en wijst naar een andere steiger. ‘Frits weet dat altijd zo charmant te regelen’, fluistert Gé. Twee uur later zitten we in een quasi antiek dieseltreintje op weg naar de hoofdplaats. In Borkum legerden Romeinen, vissers vertrokken op walvisvaart, het was decennialang een marinebasis en nu drinken wij hier Kaffee mit Kuchen op een terrasje tussen doezelende vaasjes bier drinkende echtparen. 

Frits gooit de charmes in de strijd om de havenmeester te kalmeren.

Varen met De Goede Verwachting is aardrijkskunde, (cultuur)geschiedenis en het is een reis door eigen herinneringen. Meevaren met Frits doet mij denken aan zijn betoverende toespraken in de Delftse gemeenteraad als raadslid van de PSP. Wandelend met zijn rijzige gestalte langs de publieke tribune na een betoog over Delft en de wereld, haar ver over zijn rug, twinkeling in de ogen, de wenkbrauwen in een bijna ondeugende driehoek. Frits was in zijn Delftse jaren voor mij een enthousiasmerende onderwijzer voor schaatsen en kanoën met een balans tussen aanwijzen en vrijheid. Net als nu op het schip. 

De volgende dag, vrijdag 24 juni, druppelt de regen op de koekoek. Gé zwaaien we uitbundig uit bij de ochtendboot terwijl de eerste regen valt. We zitten in het ruim. Frits splitst een oog in het gekochte touw uit Lauwersoog als reeflijn voor de tweede rif. Hoe is het om steeds wisselende opstappers te hebben op je eigen schip en in je eigen leefwereld?’ vraag ik. ‘We hebben samen hetzelfde doel’, zegt Frits, ‘We willen varen en zeilen met het schip en we willen nu naar het oosten. Als ik aan de kade zou liggen in Leeuwarden zou dat anders zijn.’ ‘Geven een schip en varend erfgoed betekenis in deze levensfase?’ mijmer ik. ‘Het ligt voor mijn gevoel wel in het verlengde van m’n vroegere werk bij de gemeente, ook dit is inzet voor de samenleving’ antwoordt Frits. 
Zaterdag, 24 juni. De was wappert aan het dek. Boodschappen worden gedaan. Om 14.30 uur stapt opstapper Rogier van de veerboot. Om 17.35 uur varen we uit. Bij F 14a gaan de zeilen omhoog, maar niet voor lang. Te scherp aan de wind. Samen één doel: om oost.  

Dirk, Cuxhaven, 23-24 juni

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *