Een dikke week geleden, we liggen in Wiek. Een lief plaatsje met een indrukwekkende kerk (‘Backsteingothik’) en een enthousiaste havenmeester. Op de kade een grote betonnen constructie, een kraanspoor lijkt het wel. Of een half afgebouwd brughoofd. Dat half afgebouwd blijkt te kloppen: we liggen onder de ‘Kreidebrücke’. Ooit gebouwd om de krijt die van Kap Arkona zou worden afgegraven met een spoorlijntje met kiepkarren zo in de klaarliggende schepen te kunnen storten. Maar toen brak de eerste wereldoorlog uit en de ‘Kreidebrücke’ is nooit in gebruik genomen. Nu is er een nieuw dek opgekomen en is hij een soort toeristische attractie, een soort verhoogde uitkijkboulevard. Met enorm veel zwaluwnesten eronder en dagjesmensen erop. In Duitsland ontkom je nergens aan de geschiedenis. Daar hebben ze zó veel van! Op weg naar Wiek bijvoorbeeld voeren we voorbij de overgroeide kades van de vroegere marinehaven Rennort, bij Dranske. ‘Gesperrt’, zegt de kaart. Intrigerend, wat zou daar allemaal gebeurd zijn? Nieuwsgierig meren we een paar dagen later af in Dranske. We liggen eenzaam aan de lange ‘Seebrücke’ voor de veerboten, volgens een bordje gebouwd met EU-subsidie. Ik wil naar het ‘Marine und Heimatmuseum’ waar ik ongetwijfeld meer aan de weet kan komen over de geheimzinnige haven van Rennort. Het museum blijkt die dag dicht, de dame aan de informatiebalie chagrijnig. Ik praat wat met de jonge buurman van met museum die me in rad Duits vertelt over een ontwikkelaar met grootse plannen die het op het laatste moment heeft laten afweten. Iets té rad Duits want ik begrijp niet precies waar hij het over heeft. Maar ik ga aan de wandel, over de duidelijk militaire betonweg. Aan elke kant een strook struiken en zand, rechts de Oostzee, links de Bodden. Het schiereiland Bug is tussen Dranske en de haven hoogstens 100 meter breed. Of smal dus eigenlijk. Ondertussen heb ik al iets opgezocht over de teloorgang van Dranske. Ooit dankzij de marinehaven een bloeiende gemeenschap. Na de Wende en het verdwijnen van de DDR-marine en de toeleverende bedrijven is het in een paar jaar tweederde van haar inwoners kwijt geraakt. Tweederde! Veel van de ‘Plattenbau’ is gesloopt, wat er nog staat opgeverfd. Heel veel FeWo’s, ‘Feriënwohnungen’, in een krampachtige poging om de reddingsboei van het toerisme te pakken.
Wandelend stuit ik uiteindelijk op een vervallen hek, er achter ‘Privatstrasse’. De ‘Ferienanlage mit Marina’ is er dus niet gekomen, dát was die ontwikkelaar, begrijp ik nu.
‘Der Stützpunkt Bug/Dranske wurde als erster Stützpunkt der Volksmarine geschlossen und an einen privaten Investor verkauft’. En dan dertig jaar dat hek, droevig voor Dranske.
