Klagende geluiden (21 juni – door Dirk)

Achter ons horen we een klagend huilend geluid. Rechts passeren we een groene boei nummer V5, rechts rood V6. Aan de horizon ver over het water recht voor de steven de watertoren van Sint Jacob. Aan bakboord zien Frits en Gé iets donkers in het water: een kleine bruinvis. Toch weer het zeurende geluid achter ons, zeker niet van de bruinvis tuimelaar. Verrassend zien we het kopje van een zeehondje opduiken en weer verdwijnen. Het volgt ons met een klagend geluid waar jonge moeders en vaders buikpijn van krijgen.

Het huilende zeehondje

Twee dagen geleden sopten we kniehoog door het water van de dijk bij Striep naar het schip. ‘We wachten een uurtje tot het roer loskomt’, zegt Frits. De voorbereidingen troffen we al toen De Goede Verwachting ’s morgens helemaal droog lag. Wind NNW3, zon en wolken. Frits draait het sleuteltje van de motor om, maar de startmotor weigert. Snel verbinden we de startmotor met de accu van het aggregaat en even later varen we op de motor naar West Terschelling. Op deze zondagmiddag – de laatste Oeroldag – is de haven al bijna weer leeg. We meren af in het tweede dokje aan de steiger naast de ‘Josefien’ van de vriendelijke buren van Frits uit Leeuwarden.

Bij het palaver, de voorbespreking voor de reis van de volgende dag, besluiten we om maandagmorgen 09.15 uur te vertrekken. De volgende morgen – wind NW 4-5, zon en wolken – wil Frits de motor starten, maar er gebeurt niets dan een verdrietig ratelend geluid. Een accuprobleem vult onze aandacht. Vrienden en neven met mogelijke accukennis worden gebeld om raad te vragen. Onze accuwetenschap groeit met de minuut zonder oplossing voor de praktijk. Uiteindelijk concluderen Frits en Gé dat we het probleemgeval langzaam gedurende vierentwintig uur moeten opladen. 

Vol spanning staan we dinsdagmorgen gedrieën op het achterdek, licht bewolkt, wind Wz. De motor slaat onmiddellijk aan. Voor de kenners: spanning bij starten 10,98, laadspanning 13,99 V. Dat betekent uitstekend. Bij ons begrijpelijk een geweldige ontlading. Afvaart West om 11,04 uur met een zwak zonnetje en nagenoeg geen wind, we zien de Brandaris in een miniatuur veranderen. Zeilen gehesen en zo nu en dan de motor aan. In het Vingegat dan opeens dat klagend huilende geluid van een zeehondje dat ons blijft volgen en kennelijk haar moeder zoekt. Met de verrekijker ziet Frits ver voor ons een zandbank vol zeehonden. Zou ons zeehondje dat weten? 

Dirk aan boord van De Goede Verwachting, dinsdag 21 juni

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *