In een grote Volvo rijd ik op zaterdagmorgen over de A7, de werkzaamheden bij het Julianaplein en protesterende boeren achter me latend. In de ruime achterbak liggen twee zorgvuldig vastgesjorde gasflessen. Twee flessen van elk tien liter propaan, per stuk goed voor tweehonderd koppen koffie, dertig potten thee, vijftien keer kort douchen, vijfentwintig warme maaltijden en een afwasje of dertig. De ene fles is van Rogier, de eigenaar van de auto, en de ander is op weg naar Kiel-Holtenau, waar De Goede Verwachting vandaag een paar uur eerder dan het gas zal aankomen.
Onderweg luister ik naar de aflevering van de Grote Podcastlas. Dit keer gaat het niet over een land, maar over alles wat op atlassen slechts blauw is: over de zeevaart. Een kapitein wordt bevraagd door de nieuwsgierige podcastmakers. Het gaat over zeestraten, vaarroutes, de bemanning, hoe een dag aan boord eruitziet, de standaardisering van de zeecontainer en het belang daarvan voor heel veel ontwikkelingen in de wereld (tip: kijk eens om je heen en bedenk of je iets ziet dat niet ooit (deels) in een zeecontainer heeft gezeten). In die grote zeeschepen passen 15.000 containers. Zet die elk op de vrachtwagen en je vult 100 km snelweg. De vraag is natuurlijk: waarom slepen we zoveel spullen de halve wereld over? Veel om over na te denken. Het vult moeiteloos het anderhalf uur rijden in de file.

De dagen dat ik niet aan boord ben volg ik het schip op MarineTraffic en via deze blogs. Schepen, bemanning, de routines aan boord. In het klein is het in de basis niet anders dan op die grote schepen. Op een klein oppervlak ben je op elkaar aangewezen. Je komt in alle opzichten dichter bij elkaar. En tegelijk is er die onmeetbare ruimte om je heen.
Ik rijd Kiel binnen en passeer via een hoge brug het Nord-Osteekanal. Beneden zie ik het oude en het nieuwe sluiscomplex al liggen. Zie ik daar al een bekende mast? Jawel. Het gas is succesvol van Groningen naar Duitsland getransporteerd. Even later stap ik uit en op. Rogier en Dirk doen precies het omgekeerde. Zij weer naar Nederland en ik begin aan mijn tweede etappe van de reis. Deze zal me ergens aan de Oostzeekust brengen. De wind weet waar.