“Er is maar één ding dat ik aan je zou willen veranderen,” zegt Frits onderweg, “en dat is dat je niet zeeziek zou worden.” Tja, het maakt het leven van een schipperse niet altijd makkelijk, dat als het schip begint de deinen of te rollen, dat ik dan alleen kan varen als ik strak naar de horizon blijf kijken.
Nu zitten er in de weken dat ik aan boord ben een paar flinke oversteken: Kiel – Heiligendam, Fehmarn – Kühlingsborn, Sellin – Greifswald. Vooral die laatste twee waren een uitdaging. Zolang ik stuur en kijk gaat het goed, maar in een uur of vijf moet ik ook wel een keer naar de wc. De trap af heen, dat gaat nog net, maar omdraaien en weer terug is een beproeving. Het duurt boven even voor mijn maag tot rust komt. Ik benijd Kees, Ruud en Wim dan ook niet die het hele stuk van Warnemünde naar Darsserort, en daarna het stuk naar Hiddensee hebben liggen rollen.
Er zijn natuurlijk wel middeltjes tegen ‘reisziekte’, maar die werken voor mij als slaapmiddelen en dat is met een bemanning van twee niet handig. Dus er zit niets anders op. Goed slapen, maag gevuld houden, weinig drinken en de blik op oneindig. Als dat het enige is dat tegenzit, nou dan teken ik daarvoor.
Ook voor het compliment waarmee dit blog begint 😉