Vogels (9 augustus – door Thecla)

Aangestoken door de Vogelspotcast zijn in coronatijd niet alleen millennials gaan vogels kijken. Ook deze latente vogelaar uit generatie-X is helemaal wakker geschud. Mijn kleine verzameling verrekijkers is met een Raaf uitgebreid naar vier, voor een bedrag waarvoor je – om met de schipper te spreken – ook een heel aardig solootje koopt. De Raaf vergroot 16X maar het beeld blijft dankzij ingenieuze geostabilisatietechniek toch heel stil, zelfs als je al varend vogels kijkt (echte vogelaars zeggen nooit ‘vogels spotten’, dat wordt gebruikt voor vliegtuigen of treinen). 

Deze reis is dus een mooi moment om de verrekijker goed uit te proberen. En met succes. In combinatie met BirdNET, een soort Shazam voor vogelgeluiden, en de app van de Collins Bird Guide lukte het om op Rügen de Europese kanarie te zien. Verder zijn daar vooral de bekende zee- en watervogels en de huis-tuin-en-keukenmus, de merel, de spreeuw en verschillende duiven en veel, heel veel boerenzwaluwen, maar ook putters, een kolonie oeverzwaluwen en paar rode wouwen. Die heb ik een tijdje kunnen volgen tijdens hun jacht boven korenvelden die net gemaaid werden. De enorme landbouwmachines jagen allerlei kleine zoogdieren en vogels op. De wouwen hangen erachter als meeuwen in het kielzog van een vissersschip.

De zeearend volgens Collins

De eerste spectaculaire waarneming was geen vogel, maar een kegelrob. Dat is in de vervuilde visarme Oostzee helaas een bijzonderheid. Daarna een zeearend. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Wies hem het eerste zag, “Kijk daar zit een roofvogel. Wat een grote.” Dat is het inderdaad. Bruin, groot, gele kromme snavel, felle blik. Hij vliegt een paar keer op waarbij de witte staartband goed is te zien. Geen twijfel mogelijk. De dagen daarna zien we er langs de Oder nog een stuk of drie. We zien ook nog meer rode wouwen en bruine kiekendieven. In een grote duindoornstruik zie ik mijn eerste klapekster. En gistermiddag in ons laatste stuk je Oder, met aan bakboord Polen en aan stuurboord Duitsland, zagen we eerst een gewone en daarna een zwarte ooievaar! Wat een prachtig dier. Heel rustig zwevend op de thermiek, om de paar minuten een lome vleugelslag. En de raaf zag dat het goed was. 

Toen nog wel. Een week later lees ik in de krant over de ondenkbaar massale sterfte van vissen en amfibieën in de Oder. Ik vrees voor de toekomst van de vogels die ik daar zag. Hopelijk vinden ze tijdig een nieuw foerageergebied en herstelt de Oder snel van deze ramp. (update 18 augustus)