Wat te doen als je verwaaid ligt en van wandelen houdt? Dan ligt een strandwandeling voor de hand. Bij een strandwandeling denk ik, als Haagse, aan duinen, een goede branding en schelpen voor het oprapen. Een wandeling aan de Oostzee biedt echter heel nieuwe elementen, zoals riet, stenen en Steilküste. Dus hierbij: twee wandelingen voor verwaaide Goedeverwachting-opstappers die eens wat anders willen.
Wandeling 1: Drantske – Kreptitzer Heide v.v.
Bij Drantske gaat het zandstrand weer over in de Steilküste, die steeds verder oploopt in hoogte naar Kap Arkona op de noordpunt van Wittow. Als je wandelt kun je dus kiezen: bovenlangs of onderlangs. En eigenlijk wil ik beide tegelijkertijd… Onderlangs kijk je omhoog langs een metershoge wand van leem en grond en zie je ver boven je gras en boomwortels en voor je voeten stenen en een onstuimige branding. Zeker bij deze stevige westenwind op de oostkust slaat de wind je om de oren. En kijk uit voor vallende stukken Steilküste. Hoe anders is dan de bovenwereld aan de kustrand. Steeds een beetje ‘hier sta ik aan het einde van de wereld’ gevoel. De bomen staan vaak tot aan de rand van de klif en vele meters beneden je zie je de zee. De bomen bieden je ook beschutting, bewust aangeplant in het verleden als bescherming van de kust. Want ieder jaar weet de zee weer wat centimeters kust te winnen op deze kant van het eiland om het via de stroming aan de andere kant weer af te zetten.
Op deze wandeling ook een lookachtige plant ontdekt die ik nog niet eerder ben tegengekomen. Wat een schoonheid!

Wandeling 2: Stahlbrode – Gristow v.v.
Niet meer op Rügen, maar aan de vaste wal. Een karrenspoor langs de waterlijn, vele kilometerslang. Ook hier is het gevoel van de klassieke strandwandeling ver weg. Maar treuren daarom kan ik niet. We (dit keer een duo-wandeling) wandelen met uitzicht op het water, maar pal naast ons een zee van riet. En ook hier vlak op de overgang van land naar water staan weer de bomen. Zee en land lijken soms bijna in elkaar over te gaan, vooral als je ook aan de landkant grote stukken met riet en elzenbosjes hebt.
We lopen aan zee, maar zo voelt het niet. Ook hier weer vele wilde bloemen, waaronder ook mijn lieftallige lookje. Deze vakantie duidelijk mijn lievelingsbloem. Maar helaas ook hier de drie grote stikstofwinnaars: braam, brandnetel en witte wingerd in overvloed. Voor het eerst deze reis een heuse dijk gezien en belopen, uitmondend in een terp waarop, omzoomd door hele oude kastanjes, lindes en beuken, de kerk van Gristow staat met uitzicht over de Greifswalder Bodden.
Al lopend ervaar ik hoe het landschap hier ook vele vele jaren terug zal zijn geweest. Een gebied dat kleinschalig aanvoelt en ook zo vol geschiedenis is, juist op die plekken waar natuur en cultuur elkaar kruisen.
