Ontmoetingen met bijzondere mensen kleuren je reis. Daarom in dit blog nog een paar mensen die ik op deze manier een ereplaatsje wil geven.
De Mattjesheer
We fietsen op het prachtige Boddeneiland Hiddensee en pauzeren in Kloster om mattjesbrötchen te eten bij Bistro Am Klostergarten. De opgewekte eigenaar, een Bommel-achtige heer met het grijze haar in een lange staart, maakt er een vrolijke boel van. De grappen vliegen over de toonbank, ook al zijn ze soms te snel voor ons Duits. Maar vooral: héérlijke brötchen! Dus komen we een dag later weer. ‘Da sind die Flying Dutchmen’, begroet hij ons en als het even rustig is op het terras raken we in gesprek. Zijn vrouw blijkt van Hiddensee te komen, hij uit Rostock. Het gesprek komt op het nog zo voelbare oost-west verschil, de politieke situatie in Nederland en het voor ons altijd moeilijke verschil tussen Sie en Du, ‘Siezen und Duzen’. Hij ergert zich aan de onbeleefdheid van veel wessi’s en overwoog een bordje ‘Duzfreie Zone’ in de zaak te hangen, vertelt hij met een twinkel in de ogen. “Zone, das ist hier immer noch ein belasteter Begriff”.

Peter
In de Historischer Hafen van Berlijn liggen we naast de klipperaak van Peter. Hij verwelkomt ons hartelijk, prikt onze stroomkabel bij hem aan boord in een stopcontact en geeft en passant een rondleiding. Hij blijkt graficus, boekdrukker en docent aan een universiteit in Berlijn. Een bevlogen mens met zijn hart op de goede plek, aan de linkerkant. Vind ik tenminste. Hij heeft zijn jarenlange restauratie van de Gertrud, vanaf slooprijp casco, vastgelegd in een prachtig boek. Want daar ben je dan weer graficus en drukker voor. Bovendien blijkt hij een bron van allerlei informatie over vaarroutes en havens. Een paar jaar met de Gertud in een Nederlandse museumhaven liggen, dat lijkt hem geweldig. Die haven krijgt er dan een mooi schip en een ongelooflijk enthousiaste schipper bij.
Ruurd
We wandelen door Burg, bij Magdeburg, weer een bij nadere beschouwing verrassend leuk stadje. Het is markt en we staan voor de kaaskraam te overleggen wat te kiezen uit het rijke en voor ons meest onbekende aanbod. “Kan ook in het Nederlands, hoor!” En dan blijkt dat de kaasboer Ruurd heet, uit het Friese Hoornsterzwaag komt en dat hij, toen hij als jonge man na de val van de muur op avontuur ging in Duitsland, kazen smokkelde in de banken van zijn kampeerbusje. Dat was een omgebouwde tandartsbus. Omdat hij daar in Duitsland toen ook een heel mooi meisje tegenkwam bleef hij. We staan lang bij de kraam te praten en Ruurd geniet er zichtbaar van om weer Nederlands te kunnen praten. Over het heel mooie meisje, dat nu in een andere stad met kaas op de markt staat, over hun zoon en over de pas gekochte boot. Als hij vertelt over zijn onlangs overleden ouders moet hij wat wegslikken. Lieve man.
